Met vallen en opstaan

Van 5 tot 11 oktober 2020 was het de week van de Opvoeding. Dit jaar stond deze week in het teken van opvoeden en ouderschap. Het draaide hierbij om de uitwisseling van kennis tussen ouders, medeopvoeders en professionals. Bij het opvoeden van een kind sta je er namelijk niet alleen voor!

Vraag een ouder wat de wens is voor zijn of haar kind en het antwoord luidt: ik hoop dat mijn kind gelukkig en gezond wordt. Als ouder of opvoeder wil je graag kinderen grootbrengen die een goed gevoel over zichzelf hebben, die veerkrachtig en vol vertrouwen zijn, die in staat zijn tot liefhebben en voor zichzelf opkomen. Kinderen die plezier hebben en in evenwicht zijn en die, kortom, gelukkig zijn. Dat geluk kun je niet voor een kind creëren, dat kan alleen hij of zij zelf. Maar je kunt er wel een basis voor leggen.

Wat is opvoeden?

Opvoeden houdt in dat ouders hun kind begeleiden bij zijn of haar ontwikkeling tot iemand die zelfstandig kan meedoen aan de samenleving.

“Opvoeding is het proces waarin een persoon – meestal een kind – wordt gevormd naar de normen en waarden van diens opvoeder(s) en daarmee meestal naar de voornaamste normen en waarden van de samenleving waarin hij leeft.

De wetenschapsdiscipline die zich met opvoeding bezighoudt, heet opvoedkunde of pedagogiek. De achterliggende filosofie van de opvoeding is door de eeuwen heen aan verandering onderhevig.

Doelen

Opvoeden beoogt, behalve socialisatie, een kind tot zelfstandigheid te brengen. De westerse opvoeding is er hoofdzakelijk op gericht het kind te helpen mondig te worden, dat wil zeggen, in staat tot bekwaam, moreel en betrouwbaar deelnemen aan de samenleving en ‘zelfvorming’ (Langeveld). In de meeste gevallen wordt deze term gebruikt voor kinderen, die tijdens hun jeugd de gewoontes, normen en waarden van hun omgeving worden bijgebracht.

In bredere zin betreft opvoeding ook het leren te leven als mens in deze maatschappij. In de regel voeden volwassenen, vooral gezinsgenoten en (onderwijs)professionals, maar ook babysitters enz., een kind op door het te leren mondig, bekwaam, zelfstandig en verantwoordelijk te leven. Gelet op de belangrijke voorbeeldfunctie, spelen echter ook andere jongeren een beduidende rol; soms zelfs in de vorm van formele delegatie van opvoedtaken aan oudere kinderen, bijvoorbeeld wanneer de ouders door het beroepsleven in beslag worden genomen. In grotere gezinnen was en is een dergelijke delegatie normaal: de oudere kinderen letten op de jongere kinderen.” (Bron Wikipedia)

Hoewel de maatschappelijke druk toeneemt, zijn ouders bovenal weerbaar en veerkrachtig. Welke factoren zorgen ervoor dat ouders zich fijn voelen in het ouderschap? En hoe kunnen professionals hier een versterkende rol in spelen? Opvoeden is hard werken, je doet het als ouder nooit helemaal alleen en soms gaat het met vallen en opstaan. Maar het is vooral ook genieten.

Opvoedingsdoelen

De tien belangrijkste doelen in de opvoeding volgens ouders:

  1. Verantwoordelijkheidsgevoel hebben.
  2. Opkomen voor jezelf.
  3. Rekening houden met anderen.
  4. Respect hebben voor ouderen.
  5. Goede manieren hebben.
  6. Zelfstandig oordelen.
  7. Eigen doelen nastreven.
  8. Verdraagzaam zijn.
  9. Goede schoolresultaten hebben.
  10. IJverig en ambitieus zijn.

 

Zo bekeken is opvoeden een van de belangrijkste taken die een mens op zich kan nemen. Een taak waar je geen diploma voor hoeft te halen en die iedereen op zich kan nemen, zonder daarvoor eerst toestemming te krijgen. Het begint bij jezelf; jouw levenshouding en gedrag werken namelijk diep door bij je kind. Jezelf kennen, bewust in het leven staan en het geluk omarmen is het belangrijkste wat je kunt doen om de kans op geluk voor je kind te vergroten!

Kinderen leren vooral door eigen ervaring en de voorbeelden in hun omgeving. Wat jij als ouder of opvoeder beweert, doet er daarom minder toe dan wat je daadwerkelijk in hun bijzijn doet. Het voordoen heeft effect, minder effect heeft het om kinderen iets wijs te maken.

Bij opvoeden geldt een aantal belangrijke principes die de ontwikkeling van een kind positief beïnvloeden (Sanders, 2012):

  • Een veilige en stimulerende omgeving.
    Een veilige omgeving laat kinderen ongestoord ontdekken. In een stimulerende omgeving met boeiende activiteiten vervelen kinderen zich minder snel en is er minder kans op negatief aandacht vragen en vervelend gedrag.
  • Positieve ondersteuning.
    Complimenten en aanmoediging zijn motiverend om nieuwe dingen te leren. Zo stimuleren ouders en opvoeders ook de zelfstandigheid van het kind.
  • Aansprekende discipline.
    Kinderen ontwikkelen zich het best in een duidelijke en voorspelbare omgeving, waarbij ouders/ opvoeders duidelijke regels stellen en op een heldere manier instructies geven.
  • Realistische verwachtingen.
    Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Wanneer ouders/opvoeders te veel van het kind verwachten, of willen dat het meteen alles goed doet, kunnen er problemen ontstaan.
  • Goed voor jezelf zorgen.
    Geen enkele ouder is perfect. Opvoeden is iets dat iedereen met vallen en opstaan leert. Ouders die goed voor zichzelf zorgen en genoeg rust en ontspanning krijgen, kunnen makkelijker geduldig, consequent en beschikbaar voor hun kinderen zijn.

 

In het boeiende, prachtige en confronterende proces van opvoeden gaat het erom dat je onrealistische denkbeelden over opvoeding en geluk overboord kunt zetten en in plaats daarvan met aandacht en mildheid naar jezelf en je kind kunt kijken. Hulp vragen is zeker geen vreemde actie bij het opvoeden! Het gaat met vallen en opstaan. Loslaten van ons kind is als ouder/opvoeder een lastig ding, lees hierover verder in de blog Loslaten!

Heb je feedback of tips over dit onderwerp? Laat het in een reactie gerust weten!

Wendy Bakx-Sanner

 

Geen reacties

Type een bericht