De plaats in het gezin

Wanneer ik op intakegesprek ben bij ouders en/of verzorgers praten we altijd uitgebreid over de kinderen in het gezin. Bij De Nanny Bemiddeling staat het (welzijn van) het kind voorop. De plaats in het gezin zegt veel over een kind en dus ook over zijn karakter. Opvoeding en genen bepalen voor een deel de persoonlijkheid van het kind. Daarnaast heeft zijn plek in het gezin (oudste, middelste of jongste) ook invloed. Hoe komt dat en waar kun je op letten? Door de jaren heen vormt je karakter zich. Hoe verschilt het oudste kind van de jongste telg? Waar moet je als ouder/verzorger rekening mee houden?

Het oudste kind

Uit onderzoek van het CBS is gebleken dat ouders het gelukkigst zijn bij de zwangerschap en geboorte van het eerste kind. Dat verklaart waarom het eerste kind zoveel aandacht krijgt. Onwennig maar trots als een pauw ontfermen de kersverse ouders zich over hun eerste kindje. Deze baby krijgt alle aandacht en ouders maken met dit kindje allerlei nieuwe dingen mee. De eerste stapjes, het eerste tandje…

Vanwege alle aanmoedigingen van de ouders bouwt het eerste kind veel zelfvertrouwen op. Eerste kinderen zijn gehoorzaam en verantwoordelijk. Ze letten op de andere kinderen en willen het goede voorbeeld geven. Maar als oudste kind in het gezin heb je het lang niet altijd makkelijk. Al die aandacht zorgt ervoor dat oudste kinderen gedreven perfectionisten kunnen worden. Er is een hoge druk aanwezig om altijd maar te presteren. Het oudste kind ontwikkelt zich tot een zelfstandig persoon die goed leiding kan geven. Als oudste kind wil je het beste uit jezelf halen en impulsief gedrag behoort niet tot een karaktereigenschap.

Het middelste kind

Bij een tweede kind heb je als ouder al ervaring. Dat heeft invloed op de ontwikkeling van je kind. Het tweede kind is creatiever en sneller zelfstandig dan het eerste kind. Dat komt doordat een tweede kind meer ruimte krijgt om op eigen houtje dingen te ontdekken. Je tweede kind voelt een concurrentiestrijd met zijn oudere broer of zus. Dat gevoel wordt versterkt als je de kinderen met elkaar gaat vergelijken. Als de eerste iets beter kan, zal het tweede kind een andere mogelijkheid zoeken om de aandacht te trekken. Dit kan in zowel negatieve als positieve zin zijn.

Een tweede kind is een sociaal persoon en vaak populair in de klas: hij doet zijn best om de aandacht te trekken.

Het jongste kind

Ouders hebben veel ervaring als de derde komt en zijn daardoor veel meer ontspannen. De jongste krijgt ook meer aandacht en mag meer. Hij is daardoor vaak niet zo behulpzaam, in tegenstelling tot zijn broers en/of zussen. De nieuwste aanwinst wordt vertroeteld door het gezin. Het jongste kind is sneller nieuwsgierig naar dingen die normaliter niet interessant zijn op deze leeftijd.

Voor de jongste telg is het belangrijk om mee te kunnen praten met de oudere broers en/of zussen. Nummer drie wil alles doen wat de oudere kinderen doen. Maar wél alleen: je moet als laatst geborene natuurlijk wel laten zien hoe flink je bent.

Het derde kind ontwikkelt zich tot een populair persoon die graag en makkelijk samenwerkt in een groep. Als derde kind hecht je meer waarde aan werk wat je echt interesseert en leuk vindt, dan aan een topbaan. Ook zoek je veel vrienden buiten de eigen familie.

Enig kind

Het is niet meer gebruikelijk om uit een gezin van acht kinderen te komen. Veel ouders kiezen er bewust voor om het bij één kind te laten. Of de lichamelijke gesteldheid van de ouders is er niet naar om meer kinderen te krijgen.

Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat enig kinderen zich sneller ontwikkelen dan leeftijdgenootjes met broertjes of zusjes. Zonder andere kinderen om je heen, breng je meer tijd met volwassenen door. Hierdoor is het enig kind ook vaak een kind wat makkelijk overvraagt wordt!

Als enig kind ben je het middelpunt van alle aandacht van je ouders en dus vaker omringt door volwassenen dan door kinderen. Het is heel belangrijk om ook te leren omgaan met andere kinderen, dit kan bijvoorbeeld op een peuterspeelzaal, sportclub en uiteraard op school.

Broer of zus

De manier waarop je je ontwikkelt, hangt ook af van de hoeveelheid broers of zussen in het gezin. Als je alleen maar zussen boven je hebt, loop je het risico meerdere ‘moeders’ te hebben. Broers zijn veelal bazig. De onderlinge verhoudingen worden meestal op jonge leeftijd vastgelegd en veranderen nauwelijks in de toekomst. Broer-zus ruzies zijn daarom dé gelegenheid om onze sociale vaardigheden te oefenen, zegt systeemtherapeut en ontwikkelingspsycholoog Steven Pont.

Naast eerlijkheid, spelen liefde en aandacht van de ouders een grote rol. Pont: “Ouders weten dat liefde oneindig is, maar kinderen zien dat niet zo. Bovendien is er een biologische reden voor de strijd. In de oertijd betekende de komst van een nieuw kind dat je van de borst gestoten kon worden. Vogels donderen daarom regelmatig een broertje of zusje het nest uit. Daar staat tegenover dat jij wel de hersens van je broer mag inslaan, maar een buitenstaander niet. De familieband is onze existentiële basis.’’

Wij als ouders/verzorgers hebben zelf vaak ook broers en/of zussen en dus ook een bepaalde plaats in het gezin. Dit heeft dus ook ons karakter voor een deel bepaald en dit is dan ook vaak de bril waardoor wij naar deze situaties kijken. Het jezelf bewust hiervan zijn kan helpen bij het begeleiden van de kinderen waar jij als ouder of opvoeder de verantwoording voor hebt.

Feitjes over de plaats in het gezin

  • Het eerste kind heeft gemiddeld meer spullen dan zijn broertjes en/of zusjes.
  • Er zit een verschil van gemiddeld twee à drie IQ-punten tussen ieder kind (de oudste heeft meer IQ-punten dan de jongste).
  • Het oudste kind vindt het belangrijker om nieuwe dingen te leren dan het jongste kind.
  • De jongere kinderen vergelijken hun prestaties altijd met die van
  • Jongere kinderen zijn vaak rebels.
  • Het verschil tussen het eerste kind en de broertjes en/of zusjes is het sterkst als het leeftijdsverschil minder dan vier jaar is.
  • Het jongste kind mag meer dan de oudere kinderen.

 

Ben je niet blij met je plek in het gezin? Wees gerust, er zijn nog veel meer factoren die bepalen wie je bent. Je opvoeding, persoonlijkheid en het vermogen om je aan te passen aan nieuwe situaties bepalen pas écht wie je bent. Je karakter ligt niet rotsvast, maar kan veranderen. Laat dit dus een wijze les zijn voor ons allemaal die kinderen begeleiden en opvoeden.

Heb je feedback of tips over dit onderwerp? Laat het in een reactie hieronder gerust weten!

Wendy Bakx-Sanner

Geen reacties

Type een bericht