Kijken door een jongensbril
Jongens en meisjes zijn anders in hun gedrag. Daar is iedereen het waarschijnlijk wel over eens. Jongens kunnen vaak niet stilzitten, zijn continu met elkaar aan het stoeien en kunnen ook behoorlijk klieren. En jij als ouder of nanny moet dan de politieagent uithangen. “Niet doen, blijf zitten, houd daarmee op.“ Herkenbaar? Vast wel! Jongens willen dóen, zijn onrustiger en voetballen graag. Meisjes willen gezellig kletsen, knutselen en tutten. Natuurlijk zijn er ook knullen die graag knutselen of tekenen en meiden die het liefst elke dag in een boom klauteren, maar generaliserend gezegd: in de praktijk is er verschil, vooral vanaf de basisschool-leeftijd.
Zijn jongens de afgelopen jaren lastiger geworden, of hebben wij, de maatschappij, opvoeders en onderwijzers, zelf steeds meer last van “jongensgedrag”? En wat vinden die jongens er eigenlijk zelf van?
Jongens willen experimenteren, verkennen en grenzen opzoeken. Jongens gooien een stuk klei tegen het plafond om te kijken of het blijft plakken en proberen zo hoog mogelijk in een boom te klimmen.
Jongens worden vaak als lastig gezien omdat ze druk zijn, lawaai maken, niet kunnen stilzitten en alles kapot maken. Maar zijn jongens nou echt zo lastig? “Nee”, vindt Lauk Woltring, gedragsdeskundige die gespecialiseerd is in het gedrag en de ontwikkeling van jongens. “Lastig is iets wat je in een relatie ervaart. Je kunt last hebben van het lawaai dat een jongen maakt. Of van zijn drukke gedrag. Maar jongens ‘zijn’ niet lastig. Het etiketje ‘lastig’ komt meestal van vrouwen. In zijn jonge leven komt een jongen nogal wat vrouwen tegen: in de kinderopvang, in het basisonderwijs. En van zijn ouders is zijn moeder vaak het meeste thuis.”
Jongens zijn geen meisjes
Vrouwen (meisjes) zitten nu eenmaal anders in elkaar dan mannen (jongens). Dat kan soms zorgen voor vervelende situaties of conflicten. Moeders hebben bijvoorbeeld de neiging om hun zoons alsmaar af te remmen en in te perken. Als je iets meer begrip hebt voor de verschillen tussen de twee geslachten, kun je beter met dit soort situaties omgaan en je zoon, de mogelijkheid geven om zich evenwichtiger te ontwikkelen.
Aan de buitenkant kun je zien dat jongens er anders uit zien dan meisjes. Kinderen ontdekken dat al als ze heel jong zijn. Maar er zijn meer verschillen. Niet alleen de buitenkant verschilt, ook de binnenkant!
- Jongens hebben meer testosteron in hun lijf en dat heeft grote gevolgen voor hun binnenkant.
- Testosteron maakt jongens energieker en beweeglijker. Kijk maar eens in een klas kinderen en let op de jongens die altijd stoeien en fysiek met elkaar bezig zijn.
- Testosteron zorgt voor een andere rijping in de hersenen die leidt tot een verschil in cognitieve, fysieke en emotionele ontwikkeling bij jongens en meisjes.
Jongens houden van doen
De hoeveelheid testosteron heeft dus gevolgen voor het gedrag van jongens en daardoor zullen ze zich in de regel meer fysiek uiten dan meisjes.
- Jongens zoeken uitdagingen, willen presteren, oplossen en houden van onderzoekend leren door trial en error.
- Ze kunnen moeilijk stilzitten en zich concentreren in de klas, wat op school tot problemen of frustratie kan leiden bij een jongen of zijn leerkracht.
- Ze stoeien veel met elkaar omdat ze op die manier hun plek in de sociale orde ontdekken en vaststellen. Volwassenen hebben nogal eens last van dit drukke jongensgedrag.
- Ze meten zich graag met elkaar op allerlei vlakken en daarbij houden ze van regels en eerlijkheid. Daarin kunnen ze soms behoorlijk doorslaan wat kan leiden tot obsessief gedrag.
- Ze hebben minder oog voor veiligheid en risico’s en hun remming (inhibitie) ontwikkelt zich anders dan bij meisjes. Dat kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Jongens zijn gevoelig
Jongens zijn behoorlijk gevoelig en dat herkennen veel moeders bij hun zoon.
- Jongens hebben een fysieke en vaak intuïtieve gevoeligheid voor hun omgeving, stemmingen of emoties.
- Ze kunnen moeilijker over gevoelens praten dan meisjes, terwijl dat wel van ze verwacht wordt.
- Ze reageren vaak impulsief en intuïtief op gevoelens met externaliserend gedrag zoals slaan, schoppen of een brutale mond. Door die fysieke ontlading raken ze nare gevoelens sneller kwijt.
- Ze zijn extreem gevoelig voor kritiek en sluiten zich snel af bij negatieve feedback. Bij complimenten groeit hun zelfbeeld want ze willen heel graag de beste, liefste of grootste zijn.
- Ze geven niet zo gemakkelijk complimenten, want daarmee degraderen ze zichzelf in de sociale rangorde.
De jongensmanier
Kennis over de verschillen tussen jongens en meisjes kan ouders, opvoeders, nanny’s en leerkrachten helpen een kind te zien zoals het werkelijk is en te zoeken naar passende oplossingen bij problemen. Daarbij kun je slim gebruik maken van jongenskwaliteiten zoals:
- bewegen
- uitproberen
- experimenteren
- onderzoeken
- fantaseren
- creativiteit
- abstract denken.
Tip
Met name in het basisonderwijs en de kinderopvang komen kinderen voornamelijk in aanraking met leidsters en vrouwelijke leerkrachten. Met de moeizame schoolcarrière van haar eigen zoon als rode draad, onderzoekt Katinka de Maar, filmmaker & ontwikkelaar van educatieve formats, hoe jongens op de basis- en middelbare school hun weg proberen te vinden en kijkt ze naar het grotere geheel: kunnen jongens nog wel echte jongens zijn in de hedendaagse maatschappij? Een echte aanrader is de film die zij hierover heeft geproduceerd: “De echte jongens film”.
Onbewuste rol van ouders
Even heel zwart-wit: in de peutertijd spelen meisjes binnenshuis vadertje en moedertje en jongens trekken erop uit en verbouwen de boel. Meisjes vissen naar complimentjes door met een stoffer en blik in de weer te gaan, jongens door te laten zien hoe goed ze kunnen klimmen. Maar wat is hierbij de rol van de ouders (en personeel in de kinderopvang)? Stimuleren we dit seksetypische gedrag? Tenslotte geven we jongens vaak maar al te graag een ridderhelm en meisjes een prinsessenjurk.
Het is vooral belangrijk dat je je kind ziet als een individu, ongeacht of je een zoon of een dochter hebt. Houd rekening met hun individuele wensen, hun authenticiteit, en baseer daarop hoe je met je kind omgaat en welke eigenschappen je stimuleert. Want we kunnen van alles zeggen over het verschil, maar dé standaard jongen of hét standaard meisje bestaat eenvoudigweg niet. Geef je kind daarom voldoende gelegenheid om eigen voorkeuren te ontwikkelen.
Heb jij feedback of tips over dit onderwerp? Laat het in een reactie hieronder gerust weten!
Wendy Bakx-Sanner
Geen reacties